-
1 vrijstellen
♦voorbeelden:1 iemand van belasting vrijstellen • exempter qn. d'impôtsvrijgesteld van leerplicht • dispensé de scolarité -
2 vrijstellen
1 exempt 〈van belasting/dienst enz.〉 ⇒ excuse 〈 van lessen〉, free 〈 van betaling, routine〉, release 〈 van een plicht〉♦voorbeelden:1 hij is vrijgesteld (van militaire dienst) • he is exempt/ 〈 na al een tijdje gediend te hebben〉 has been released from military service -
3 iemand van belasting vrijstellen
iemand van belasting vrijstellenexempter qn. d'impôtsDeens-Russisch woordenboek > iemand van belasting vrijstellen
-
4 discharge of a guarantor
vrijstellen van garant (het vaststellen dat iemand niet meer verantwoordelijk is voor borg staan voor lening van iemand anders) -
5 tax exempt
vrijstellen van belastingen -
6 exempter
exempter [egzãtee]1 vrijstellen (van) ⇒ ontheffen (van), ontslaan (van), dispensatie verlenen (van)v(de) vrijstellen (van) -
7 libérer
libérer [liebeeree]♦voorbeelden:♦voorbeelden:se libérer d'une hypothèque • een hypotheek aflossenv1) bevrijden3) ontslaan [dienst]4) storten, betalen5) vrijmaken6) uitstorten [hart]7) uiten [gedachten]8) liberaliseren [handel]9) vrijlaten -
8 dispenser
dispenser [diespãsee]♦voorbeelden:je vous dispense à l'avenir de vos visites • ik verzoek u mij voortaan van uw bezoeken te verschonen♦voorbeelden:1. v2) uitdelen, geven2. se dispenserv -
9 décharger
décharger [deesĵaarzĵee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:2 〈 juridisch〉 décharger un accusé • een ontlastende getuigenis ten gunste van een beschuldigde afleggendécharger sa bile, sa rate • zijn gal uitstortendécharger son coeur • zijn hart luchtendécharger sa colère sur qn. • zijn woede op iemand botvieren♦voorbeelden:v1) verschieten [kleur]2) zaad lozen3) afladen, lossen4) ontladen [wapen]5) afschieten [wapen]6) ontlasten, verlichten7) vrijstellen [verplichting]8) vrijpleiten [juridisch] -
10 exempt
adj. vrijstelling--------v. vrijstellenexempt1[ igzempt] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 vrij(gesteld) ⇒ ontheven, geëxcuseerd♦voorbeelden:————————exempt2〈 werkwoord〉 -
11 let off
afzetten, laten uitstappen; afvuren, afsteken; vrijstellen, vrijuit laten gaanlet offII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 afvuren ⇒ afsteken, af laten gaan3 excuseren ⇒ vrijuit laten gaan, vrijstellen van♦voorbeelden:let off a gun • een pistool afvurenbe let off with • er afkomen met -
12 freistellen
freistellen♦voorbeelden:jemanden vom Wehrdienst freistellen • iemand vrijstellen van militaire dienst -
13 affranchir
affranchir [aafrãsĵier]1 vrijmaken ⇒ bevrijden, vrijlaten, politiek onafhankelijk maken, vrijstellen (van)1 zich bevrijden (van) ⇒ zich losmaken (van), van zich afgooien♦voorbeelden: -
14 dispense with
-
15 defence of intoxication
de defensie van intoxicatie (vrijstellen van misdadige verantwoordelijkheid over daad verricht dronkenschap of verdovende middelen zonder de wil van de aangeklaagde) -
16 remit
v. verzachten, verminderen, temperen; kwijtschelden; overmaken, verwijzen; terugzenden; uitstellen; afnemen, verminderen1 afnemenII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 〈 benaming voor〉 doen afnemen ⇒ verminderen, laten verslappen 〈 aandacht〉; ophouden met, opheffen 〈 beleg〉; verzachten, verlichten 〈 pijn〉4 terugzenden ⇒ zenden, sturen♦voorbeelden: -
17 defence of duress
de defensie van bedreiging (vrijstellen van misdadige verantwoordelijkheid over een daad die iemand moest verrichten) -
18 jemanden vom Wehrdienst freistellen
jemanden vom Wehrdienst freistellenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemanden vom Wehrdienst freistellen
-
19 release
n. bevrijding; nieuwe uitgave (van een nieuw boek); nieuwe film; mededeling aan de pers--------v. loslaten; vrijlaten; bevrijden; vrijgevenrelease1[ rillie:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bevrijding ⇒ vrijgeving, verlossing4 nieuwe film/grammofoonplaat ⇒ release♦voorbeelden:————————release2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
20 ontlasten
1 [ontdoen van een last] relieve3 [vrijstellen] exempt♦voorbeelden:1 mag ik u van dat pak ontlasten? • may I relieve you of this parcel?een drukke verkeersader ontlasten • relieve a busy (traffic) arterywe moeten hem wat ontlasten • we've got to take some of the weight off his shoulderszij ontlastte hem van de kinderen • she took the children off his handsII 〈wederkerend werkwoord; zich ontlasten〉1 [uitmonden] discharge/flow/empty (into)
- 1
- 2